In Christus blijven, de H.Communie

IN CHRISTUS BLIJVEN

Jezus vinden in de H. Communie
Tijdens het Laatste Avondmaal zei Jezus: „Blijft in Mij, dan blijf Ik in u” (Jo. 15, 4). Weinige ogenblikken later stelde Hij de Eucharistie in, het sacrament dat juist als doel heeft, ons leven van vereniging met Hem te voeden. Door het H. Sacrament in ons gekomen, verlaat Jezus ons niet zonder in onze ziel, zoals een stempel in warm was, het teken van de genade achter te laten; de stempel wordt weggenomen, maar hij blijft ingeprent. Aldus blijft de kracht van dit sacrament in de ziel, dit is de warmte van de godsliefde' (H. Catharina van Siëna).
Jezus heeft gezegd:
„Vuur ben Ik op aarde komen brengen en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait' (Luk. 12, 49). Waar zal Hij beter het vuur van zijn liefde doen branden, dan in de ziel van de communicerende die het grote geluk kent, Hem te gast te hebben? Iedere keer dat gij ter Heilige Tafel nadert, doet Jezus door de kracht van het sacrament het vuur van zijn liefde in u opflakkeren en laat Hij in u de stempel van zijn genade. Door die liefde en die genade blijft gij geestelijk met Hem verenigd. Zelfs wanneer gij er niet aan denkt.

Dat is uiteraard reeds een onschatbaar wonder. Jezus wil echter dat gij ervan bewust zijt uw vereniging met Hem bewust te beleven. Merk hoe Hij altijd uw aandeel vóór het zijne noemt, wanneer Hij van vereniging met Hem spreekt: „Wie mijn Vlees eet… blijft in Mij en Ik in hem”, „blijft in Mij dan blijf Ik in u” (Jo. 6, 56; 15, 4).
Toch niet omdat ons aandeel het belangrijkste is! Het is toch Jezus die ons steeds met zijn genade vóór is, want anders ware geen vereniging met Hem mogelijk. Hij wil ons echter doen begrijpen dat wij feitelijk met Hem verenigd zullen zijn in de mate van ons antwoord op zijn genade. Elke communie brengt u uiteraard een nieuwe genade van vereniging met Hem. Maar die vereniging zult gij maar in de maat van uw goede wil en van uw eigen innerlijke gesteltenis beleven.

Hem geen enkel ogenblik verlaten
Na Jezus in de H. Communie genuttigd te hebben moet gij, om de ganse dag in Hem te blijven, vooral uw hart in een sfeer van ingetogenheid houden. Indien gij, pas uit de kerk, dadelijk vergeet dat gij de Heer ontvangen hebt en, zoals de H. Teresia van Avila zegt, „u in de zaken, bezigheden en zorgen van de wereld stort” (W. 34, 12), zult gij heus niet met Jezus kunnen verenigd blijven. De heilige zou u zeggen dat gij op deze manier, schijnt uw best te doen om de Heer spoedig uw huis te doen verlaten. Weliswaar is de staat van genade genoeg om geestelijk met Christus verenigd te blijven maar de vereniging zal zoveel vruchtbaarder zijn indien gij ze werkelijk beleeft!
Zorg dus de hele dag door, ook midden in uw bezigheden, onder de invloed van de ochtendcommunie, onder Jezus' invloed, onder de invloed van zijn liefde en zijn ononderbroken werking in uw ziel te blijven. Weet tenminste in de geest dikwijls vóór het tabernakel terug te keren en met de Eucharistie in contact te blijven. Indien uw plicht u naar buiten roept, moet elke kerk die gij ontmoet of voorbijgaat een zoete herinnering aan de jongste Communie zijn of een opwekking voor de Communie van 's anderendaags, een gelegenheid om uw hart kort en vurig tot Jezus in het Sacrament te verheffen, een gelegenheid voor uw hart tot een vluchtige inkeer in de verborgen tempel van uw ziel en tot vernieuwing van het innerlijk contact met de Heer. Zorg er voor elke dag een bezoek aan het Heilig Sacrament te brengen, en dat bezoek tot een ware ontmoeting van hart tot hart te maken. Indien gij werkelijk honger naar Jezus hebt, moet gij levendig de behoefte voelen, onder de invloed van de Eucharistie te blijven, moet gij elk middel toepassen om zoveel mogelijk voordeel te halen in en uit de genade van vereniging met Christus, u in de ochtendcommunie ten deel gevallen. Op die manier zal uw sacramentele Communie de hele dag voortgezet worden in een ononderbroken geestelijke communie. Dan zult gij werkelijk naar Jezus' woord leven: „Hij die Mij eet, zal leven door Mij” (Joh. 6, 57).

Moge ik bij en in U blijven
„Jezus, verenig mijn hart met het uwe, en verteer er alles in wat U mishaagt. Verenig alles wat ik ben met alles wat Gij zijt, en vul zo aan wat aan mij ontbreekt. Voeg mijn gebeden en mijn lofzangen bij deze die Gij in het Heilig Sacrament des Altaars tot de Vader verheft; zo kan uw gebed de zwakheid van het mijne goedmaken.
Om mij gelijkvormig te maken aan U, die op het altaar elke goede of slechte priester gehoorzaamt, zal ik ook vlug en bereid gehoorzamen. Ik wil gelijk een offerhostie in de handen van mijn oversten zijn; mijn verlangens en neigingen, mijn hartstochten en afkeer wil ik verzaken en ik zal mijn oversten naar goeddunken over mij laten beschikken en geen tegenzin betonen. Vermits uw leven in het Sacrament des Altaars voor de ogen van de schepselen verborgen is en zij niets anders zien dan het bescheiden uiterlijk van het brood, wil ik ook, uit liefde tot U, verborgen leven onder de as van de nederigheid, wil ik de verachting liefhebben en mij verheugen, voor de armste en laagste door te gaan.
Om op U te gelijken, die in het Heilig Sacrament altijd eenzaam zijt, zal ik de eenzaamheid liefhebben en trachten mij zoveel mogelijk met U te onderhouden. Maak dat mijn verstand geen andere kennis begeert dan U te kennen, dat mijn hart geen ander vuur en geen ander verlangen kent dan de liefde voor U. In het gesprek zal ik elk woord aan U wijten, goddelijk Woord, opdat Gij mij geen enkel woord laat uitspreken dat niet uw glorie dient… Als ik dorst heb, zal ik het verdragen ter ere van de dorst die Gij geleden hebt om zielen te redden…
Als ik een fout begaan heb, zal ik mij ervoor vernederen en in uw Hart de tegenovergestelde deugd putten om ze de Eeuwige Vader als boete op te dragen.
Dit alles wil ik doen, Jezus in het H. Sacrament, om mij in elke handeling van de dag met U te verenigen' (cfr. H. Margaretha M. Aalacoque)”.


Pater Gabriel van de H.Maria Magdalena O.C.D. 1962
Een uitgave van Stichting Immaculata 2012
Bierbeek (B)
Document: in_christus_blijven.doc