15 augustus
Betrachting van het hemelse
Wij beschouwen vandaag O.L. Vrouw, die met lichaam en ziel ten hemel wordt opgenomen. Dit herinnert ons met bijzondere nadruk eraan, dat niet de aarde maar wel de hemel onze onvergankelijke woonstede is.
Daarheen is zij ons met haar goddelijke Zoon voorgegaan in de volledige gaafheid van haar menselijke persoonlijkheid. Dit is de overheersende gedachte in de liturgie van dit feest. ,Almachtige, eeuwige God, - lezen wij in het gebed van de mis - Gij hebt de onbevlekte Maagd Maria, de moeder van uw Zoon, met ziel en lichaam in de hemelse glorie opgenomen. Wij vragen U, laat ons altijd bedacht zijn op het hemelse, om zo deelgenoten te mogen worden van haar glorie'.
Werkelijk is het feest van de Tenhemelopneming voor ons een krachtige wekroep om steeds op het hemelse bedacht te zijn, en ons niet ervan te laten afleiden door de wisselvalligheden en verlokkingen van het aardse leven. Niet enkel onze ziel, maar ook ons lichaam is voor de hemel geschapen. Na de verrijzenis van het vlees zal het in de hemel worden opgenomen en deelachtig gemaakt aan de luister van de ziel.
Deze volledige verheerlijking van onze mensheid, welke het aandeel van alle gelukzaligen zal zijn, zal slechts aan het einde der tijden worden verwezenlijkt. Maar voor Maria, onze moeder, kunnen wij ze reeds nu als volledig verwezenlijkt beschouwen. Dit kwam aan de gans reine, de gans Heilige toe. Haar lichaam werd nooit door de minste schaduw van het kwaad ontsierd; het was steeds de tempel van de H. Geest, het was het vlekkeloos tabernakel van Gods Zoon. Zo worden ook wij opgeroepen om ons hele leven, zowel dat van onze zinnen als dat van onze geest, te richten naar de hoogten van een hemels leven, dat ons wacht.
In zijn wonderschoon gebed tot de ten hemel opgenomen Moeder Gods gericht, roept Pius XII uit: ,Moeder van God en Moeder van de mensen, wij smeken U: reinig onze zinnen opdat wij reeds hier beneden, midden de verlokkingen van de schepselen, leren God, en alleen Hem, te beminnen'.
Los van de aarde
De opneming der allerzaligste Maagd Maria in de hemel toont ons de weg aan het ten-hemel-opstijgen van onze geest: los worden van de aarde, krachtige toekering tot God, vereniging met Hem.
O. L. Vrouw werd met lichaam en ziel ten hemel opgenomen, omdat zij de Onbevlekte is. Zij was zuiver, niet enkel van elke schaduw van zonde, maar ook van de geringste gehechtheid aan aardse zaken. Zelfs bestond ,in haar ziel nooit een beeld van enig schepsel, waardoor zij bewogen werd in haar handelen' (JK. B. 1112, 10).
De eerste voorwaarde om tot God te geraken is juist de totale zuiverheid, als vrucht van algehele onthechting. O. L. Vrouw heeft het zelfde aardse leven geleefd als wij, maar in een volstrekte onthechting aan al het geschapene. Zo leert zij ons, dat wij ons niet moeten laten vangen door de betovering van de schepselen. Wij kunnen er niet buiten in hun midden te leven, wij moeten er ons ook liefdevol om bemoeien; maar ons hart moet niet eraan kleven, wij moeten onze bevrediging niet erin gaan zoeken.
De Tenhemelopgenomene spreekt ons van krachtige toekering naar God. Het volstaat niet ons hart van alle zonde en alle gehechtheid zuiver te houden, maar tegelijk moeten wij het naar God richten en wij moeten naar Hem streven met al onze krachten. De Kerk doet ons in het stilgebed van deze mis smeken. ,O, Heer, mogen onze harten door de voorspraak van de allerzaligste Maagd Maria, die in de hemel is opgenomen, door het vuur van uw liefde ontvlamd, voortdurend naar U verzuchten.' Voor ons eeuwig leven heeft het aardse leven slechts zoveel waarde als het naar God gericht is en Hem voortdurend betracht met onversaagde volgzaamheid ten opzichte van de genade. Wanneer deze naar God gerichte betrachting vermindert, dan vermindert eveneens de bovenaardse waarde van ons bestaan.
Maria werd ten hemel opgenomen, omdat zij de Moeder van God is. Dit grootste van al haar voorrechten, dat tevens wortel en motief van al de andere is, spreekt ons heel bijzonder van haar intieme vereniging met God, daar het ons naar haar opname in de zalige vereniging des hemels verwijst. De in de hemel opgenomen Maagd bevestigt aldus de grote en kostbare waarheid, dat wij geschapen zijn en geroepen worden tot vereniging met God. Onze-Lieve- Vrouw zelf reikt ons de hand om ons naar dit verheven ideaal te leiden. Met de blik op haar gevestigd, zullen wij gemakkelijker vooruitgaan. Zij zal onze leidster worden, onze kracht en onze troost in elke strijd en in elke nood.
Toon ons eens op een dag Jezus….
,O onbevlekte Maagd, Moeder van God en Moeder van de mensen! Met al de vurigheid van ons geloof, geloven wij dat Gij triomfantelijk met lichaam en ziel ten hemel zijt opgenomen, waar Gij als Koningin werd toegejuicht door al de koren der engelen en al de scharen der heiligen. Wij verenigen ons met hen om de Heer te loven en te danken, dat Hij u boven alle andere loutere schepselen heeft verheven. En wij huldigen u door de uitdrukking van onze godsvrucht en onze liefde.
Wij weten dat eens uw blik in tedere moederliefde heeft gerust op de deemoedige en lijdende mensheid van Jezus. Maar nu in de hemel wordt hij verzadigd door het, aanschouwen van de verheerlijkte mensheid der ongeschapen wijsheid. De vreugde welke uw ziel geniet bij de aanschouwing van de aanbiddelijke Drieëenheid, van aanschijn tot aanschijn, doet uw hart opspringen in zalige vervoering. En wij arme zondaars, die bij het verheffen van onze geest de neerdrukkende last van het lichaam ondervinden, wij smeken
u onze zinnen te louteren opdat wij reeds hier beneden, midden de verlokkingen van de schepselen, leren God en alleen God, te beminnen!
Wij vertrouwen erop, dat Gij vol erbarming neerschouwt op onze noden en onze angsten, op onze strijd en onze zwakheid. Wij vertrouwen erop dat gij u met ons verblijdt over onze vreugden en onze triomfen, dat gij de stem van Jezus van ieder van ons hoort zeggen, zoals gij het eens van de geliefde leerling hebt gehoord: ,Ziedaar uw Zoon'. En wij, die u als onze moeder aan roepen, wij nemen u, zoals eens Johannes het deed, tot leidster, tot bron van kracht en troost in ons aardse leven…
In onwankelbaar geloof aan de toekomstige verrijzenis, werpen wij vanuit ons pelgrimsoord de blikken naar u, ons leven, onze zoetheid, onze hoop. Trek ons aan door de zachtheid van uw stem om ons eensdaags, na onze ballingschap, Jezus te tonen, de gezegende vrucht van uw schoot, o goedertierene, o milde, o zoete Maagd Maria' (Pius XII)
Maria tenhemelopneming