Alle dagelijkse gebeden staan in de Kleine Officie
De Kleine Officie van de H.Maagd Maria
Kosten € 4,85 excl.portokosten
………………………………..De Kleine Officie van de Overledenen
………………………………..Kosten € 4,45 excl.portokosten
VOORWOORD van ZH. Exc. Mgr. Dr. J. H. G. Lemmens, Bisschop van Roermond.
Het Maria-Officie is een schoon en krachtig gebed. Het is schoon om zijn samenstelling. Het bevat immers niets anders dan gebeden en gezangen, die door de H. Geest zelf zijn geïnspireerd ofwel door de H. Kerk Maria ter ere zijn gemaakt. Wie die gebeden bidt, prijst Maria met de lofspraak van de H. Geest en door de mond van de H. Kerk. Het is schoon om de plaats, welke het in de gebeden van de H. Kerk heeft gekregen. Duizenden kloosterlingen bidden iedere dag dit gebed als de getijden van O.L.Vrouw. In de Middeleeuwen werd het door talloze leken gebeden. Het was als het ware het lekenbrevier. En ook nu nog wordt het door vele devote zielen dagelijks gebeden. Met het eindeloze ,,Wees gegroet Maria”, dat dagelijks door miljoenen Christenen wordt gebeden, is dit Officie de trouwe vervulling van Gods wens, dat ,,alle geslachten Haar zalig zullen prijzen”.
Onze tijd is een Mariaal. De zielen worden rijp voor dat innige leven van vertrouwen en devotie tot Haar, die ons door Jezus werd gegeven tot Moeder en Koningin en die ons op Haar beurt tot Jezus, onze Verlosser en Koning, moet brengen.
Zou nu de tijd niet gekomen zijn om de Christenen weer die mooie getijden van Maria te leren? Zouden de duizenden leden van de Jeugdbeweging, die in hun reinheid en jeugd bijzonder gevoelig zijn voor de devotie tot onze lieve Vrouw en die tevens Haar bescherming bijzonder nodig hebben, niet met liefde en met vrucht dit Kerkelijke Maria-gebed willen bidden? Zou de vrome Maria-devotie der Middeleeuwen in hen niet weer tot nieuw leven kunnen komen?
Wij hopen het van harte en daarom verheugen Wij ons over deze eenvoudige, maar mooie uitgave van het Maria-Officie in eigen taal. Kinderen van Maria, wier geest en hart naar woorden zoekt om uw lieve Moeder te prijzen, hier hebt gij de taal van de H. Kerk, hier hebt gij de woorden van den H. Geest, om uiting te geven aan de liefde van uw hart. Hier kunt gij U aansluiten bij het gebed en de gezangen van duizenden kloosterlingen, die dagelijks deze getijden tot Maria bidden. Hier kunt gij de kinderlijke vroomheid van de Middeleeuwen overnemen en aan de komende geslachten doorgeven. Tot vreugde en heil van uw eigen ziel, tot stichting en lering van uw medemensen, die van u zullen leren hoe een waar kind van Maria heel de dag door leeft en bidt zijn hemelse Moeder ter eer.
Roermond, 19 februari 1938.
VOORWOORD van ZH. Exc. Mgr. L. Kerkhofs, Bisschop van Luik.
Het klein officie van de H. Maagd, vertaald en verklaard door E. P. Stallaert, zal in België evenals in Nederland welgekomen zijn. Onze tijd is, voor de Kerk, een mariale en een liturgische tijd. Hij is mariaal. Onder de geheime stuwing van de H. Geest, op de wekroep van Paus en van Bisschop, van gewijde sprekers en schrijvers, is er allengs een vermeerdering van godsvrucht ontstaan tot O.L.Vrouw, een verinniging en verdieping van de Mariaverering. Er is thans bij velen een klaarder besef van Haar plaats in Gods plan over de Verlossing der mensheid in ‘t algemeen, en over de zaligheid van ieder van ons; er is ook tegenover Maria een dieper gevoelen van bewondering en eerbied, van liefde en betrouwen. Deze gevoelens streven uiteraard er naar zich te uiten in allerhande betogingen, in woorden en gezangen, in gebeden en lofprijzingen.
Doch onze tijd is ook liturgisch. Hij sluit zich nauwer aan bij de officiële plechtigheden van de Kerk, en deelt werkdadiger in de viering van de heilige geheimen. Geen wonder dus dat hij, voor de uiting en de verklanking van zijn nieuwe of hernieuwde en verdiepte Mariaverering, zich wendt tot de Kerk, de grote leermeesteres van het gebed, en aan Haar de woorden vraagt waarmee hij de Moeder van God en de Moeder van de mensen waardig kan prijzen en aanroepen.
Evenwel, de Kerk bezit sinds eeuwen een heerlijke lof- en liefdezang ter ere van de H. Maagd. Het is het Klein Officie van O.L. Vrouw. Opgevat en ingedeeld evenals het groot getijdenboek der monniken en priesters, bestaat dit officie uit geïnspireerde psalmen en lessen van de H. Schriftuur, met daaraan toegevoegde lofzangen van de H. Kerk. De oude monnikenorden baden het en bidden het nog tegelijk met het Groot Officie. Duizenden kloosterbroeders en zusters bidden het op heden als hun dagelijkse getijden. In de Middeleeuwen werd het ook door vele leken gebeden, en heet wel eens het lekenbrevier. Kan dit gebruik niet herleven? Het gebed blijft toch, en misschien meer dan ooit, de grote vereiste van ieder van ons; het gebed tot Maria wordt ons met steeds grotere nadruk door de hoge kerkelijke overheid aanbevolen. En zo de priester, ook in zijn drukste dagen, zijn brevier en zijn rozenhoedje bidt, zou dan de vrome leek bij zijn dagelijkse rozenhoedje ook niet het Klein Officie van O.L. Vrouw kunnen bidden? Evenmin als het brevier heeft dit officie niets van zijn frisheid verloren. Nu als vroeger vinden wij er om Maria te prijzen de schoonste taal, de verhevenste woorden, ‘t is te zeggen de taal van de Kerk, de woorden van de H. Geest.
‘t Was vroeger algemeen gebruik in de Mariacongregaties, onder de vergaderingen, vooraf het gezamenlijk zingen of bidden van een gedeelte van het ,,Klein Officie der H. Maagd”. In Nederland was men reeds op vele plaatsen begonnen met die loffelijke gewoonte terug in te voeren. Over het werk van E.P. Stallaert schrijft hij dan deze zeer loffelijke woorden, die alle verdere aanbevelingen overbodig maken: ,,Wij mogen van dit boekje zeggen dat, indien de stoffelijke uitvoering ervan uiterst sierlijk is, de inhoud, dit is de vertaling en de verklaring van het ,,Klein Officie” bijna volmaakt mag worden geheten. E.P. Th. Stallaert Redemptorist, heeft hier niet alleen wetenschappelijk, doch ook fijn en piëteitsvol werk geleverd.”
Luik 1938