Dit uittreksel is ook voor onze tijd nog bijzonder leerzaam:
Op aanschouwelijke wijze vestigt zij weer eens de aandacht op de zielzorg van een heilige, van een uitermate deskundige. Hoezeer was deze uiterst werkzame Leonardo doordrongen van de grote geestelijke wet, dat in de verbondenheid met God, verkregen door boete, gebed en eenzaamheid, het geheim ligt van de kracht van het woord, die overtuigt en de harten openbreekt voor de genade? Er zijn door het levendig, altijddurend besef van deze wet hemelse ondoelmatigheden in dit apostolaat: Ik denk aan het barrevoets lopen van stad tot stad, aan een lichaamsverzorging door vasten en waken tot het geringste beperkt. Zij zijn in haar grootse stijl onnavolgbaar voor de meerderheid. Maar de geest, die deze boetvaardige spot met praktisch verstand, techniek, stoffelijk gemak bezielde, mag niet worden verwaarloosd, en zeker in deze tijd niet.
Bij Leonardo vloeide die dadendrang vanzelf in de bedding van zijn even brede als diepe godsdienstigheid en trad naar buiten in een niet te stelpen zielenijver.