Wie is pater Hieronymus Giralamo Savonarola?
Pater Savonarola was een boeteprediker bij uitstek: de dominicaan uit Ferrara die aan het eind van de 15de eeuw de Medici clan in Florence (de‘jet set’ van toen) en de paus uit het huis van de Borgia’s: Alexander VI (die ook bij de jet set hoorde, wat vreemd is voor een paus) het vuur zo aan de schenen wist te leggen dat ze uiteindelijk niet beter wisten te doen dan hem verbranden. Hij kreeg heel Florence in het boetekleed, maakte een einde aan allerlei wantoestanden en wildgroei: moreel, maar ook maatschappelijk en zeker ook kerkelijk.
Een profeet was hij, zo meende men, visionair in elk geval. Hij keerde zich tegen alle schone schijn, stond pal voor wat hij de waarheid noemde, en stierf op de brandstapel. De Medici herademden en herstelden hun domein. Savonarola accepteerde zijn veroordeling door de kerk, ook al wist hij zich volkomen onschuldig. Dat is trouwens het verschil met de augustijner monnik Maarten Luther 20 jaar later. Die boog toen hij veroordeeld werd niet het hoofd, maar kwam in verzet en hij heeft zijn habijt uitgedaan. De gevolgen kennen we, maar dat is een ander verhaal.
Savonarola heeft ook na zijn dood gepredikt door zijn geschriften. en – paradox, maar niet de eerste keer in de kerkgeschiedenis – juist kunstenaars werden geraakt door zijn geschriften: Bij zijn leven reeds; Pico della Mirandola. En Michelangelo las enkel zijn geschriften, toen hij bezig was met het schilderen van de Sictijnse kapel. 50 jaar later werd Savonarola dan ook al gerehabiliteerd en de paus die de boetepsalmen deed opnemen in het brevier, Pius V, was één van zijn trouwste verdedigers.
Opvallend is dat bij de voorstanders vele Heiligen (oa. Theresia van Avila, Paus Pius V, Filippus Nerius, en vele anderen) zijn , dit in tegenstelling bij de tegenstanders. Zelfs heeft Paus Leo X een aflaat ingesteld bij bezoek aan zijn cel in Florence.
Einde februari 1498 werd Savonarola gearresteerd, vanaf de goede week tot de vooravond van Hemelvaartsdag met pauselijke toestemming gemarteld om tenslotte op Hemelvaartsdag te worden opgehangen en verbrand. Begin 1499 publiceerde een bevriende uitgever een tekst van Savonarola… uiteenzetting van de eerwaarde Savonarola over psalm 50, ”miserere mei Domine”… er stond bij: terwijl hij in de gevangenis zat… Het was zijn eigen boetedoening en schuldbelijdenis… zijn ‘Vader, in uw handen beveel ik mijn geest’…
Enkele opmerkingen die de moeite waard zijn;
Infelix ego, zo begint hij… Ik ongelukkig mens … Maar het is niet waar: ‘Welzalig de mens, die zijn schulden belijdt en wiens zonden bedekt zijn’, zo begint een andere boetepsalm.
Luisteren wij naar de laatste woorden van de grote boeteprediker Savonarola:
Latijn | Nederlands | ||
---|---|---|---|
Reverendi Savonarplae expositio in psalmen L dum erat in vinculis: | De meditatie van Savonarola over psalm 50 terwijl hij in de gevangenis zat: | ||
Infelix ego | Ongelukkig ben ik, | ||
omnium auxilio destitutus, | verstoken van iedere hulp, | ||
qui coelum terramque offendi. | ik, die hemel en aarde gekrenkt heb. | ||
Quo ibo? | Waarheen zal ik gaan? | ||
Quo me vertam? | Waarheen zal ik mij keren? | ||
Ad quem confugiam?… | Bij wie zal ik mijn toevlucht zoeken?… | ||
Quis mei miserebitur? | Wie zal zich over mij erbarmen?… | ||
Misericors est Deus, pius est salvator meus. | God is barmhartig, mijn redder is liefdevol. | ||
Solus igitur Deus refugium meum… | Alleen God is dus mijn toevlucht… | ||
Quid autem dicam tibi | Wat zal ik echter tot U zeggen, | ||
cum oculos elevare non audeam ? | aangezien ik mijn ogen niet durf opheffen? | ||
Verba doloris effundam. | Ik zal woorden van smart uiten. | ||
Misericordiam tuam implorabo. | Ik zal Uw barmhartigheid afsmeken. | ||
Dicam: | Ik zal zeggen: | ||
Miserere mei, Deus, | Ontferm U over mij, God | ||
secundum magnam misericordiam tuam… | overeenkomstig uw grote barmhartigheid.. | ||
Deus meus, te incomprehensibilem, quero… | Mijn God, ik zoek U, die onbevattelijk zijt… | ||
Tu es ipsa sapientia tua,bonitas tua, | Gij zijt Uw eigen wijsheid, Uw eigen goedheid, | ||
potentia tua et summa foelicitas tua. | Uw eigen macht, Uw eigen gelukzaligheid. | ||
Cum itaque sis misericors, | Aangezien Gij barmhartig zijt, | ||
quid es nisi ipsa misericordia? | wat zijt Gij anders dan de barmhartigheid zelve? | ||
Quid autem sum ego, nisi ipsa miseria? | Wat ben ik echter dan de ellende zelve? | ||
Ecce ergo, o misericordia Deus, | Zie dan, o Barmhartigheid, o God, | ||
ecce miseria coram te… | Zie de ellende voor Uw aanschijn.. | ||
ergo miserere mei, Deus. | en dan: ontferm U over mij, God. | ||
Deus, inquam, misericordia, | God, zeg ik, Barmhartigheid, | ||
tolle miseriam meam. | neem mijn ellende weg. | ||
Tolle peccata mea: | Neem mijn zonden weg: | ||
enim sunt summa miseria mea. | zij zijn immers mijn grootste ellende. | ||
Subleva me miserum; | Verlicht mij ongelukkige; | ||
ostende in me opus tuum… | toon in mij Uw werk… | ||
Abyssus abyssum invocat. | De afgrond roept tot de afgrond aan. | ||
Abyssus miseriae invocat abyssum misericordiae. | De afgrond van ellende roept de afgrond van barmhartigheid aan. | ||
Abyssus peccatorum invocat abyssum gratiarum. | De afgrond van zonden roept de afgrond van genade aan | ||
Maior est abyssus misericordiae quam abyssus miseriae. | De afgrond van barmhartigheid is groter dan de afgrond van ellende. | ||
Absorbeat ergo abyssus abyssum. | Laat de afgrond dan de afgrond absorberen. | ||
Absorbeat abyssus misericordiae abyssum miseriae. | Laat de afgrond van barmhartigheid de afgrond van ellende absorberen. | ||
Miserere mei, Deus, | Ontferm U over mij, God, | ||
secundum magnam misericordiam tuam. | overeenkomstig uw grote Barmhartigheid. | ||
Non secundum misericordiam hominum, quae parva est, | Niet overeenkomstig de barmhartigheid van mensen, die klein is, | ||
Sed secundum tuam, | Maar overeenkomstig de Uwe, | ||
quae magna est, quae immensa est, | die groot is, die grenzeloos is, | ||
Quae incomprehensibilis est, | die onbevattelijke is, | ||
quae omnia peccata in immensum excedit. | die alle zonden mateloos overtreft. | ||
Secundum illam magnam misericordiam tuam | Overeenkomstig die grote barmhartigheid van U. | ||
Miserere ergo, Deus, | Ontferm U dan, God, | ||
secundum hanc misericordiam tuam… | overeenkomstig deze uw grote Barmhartigheid… | ||
Miserere mei, Deus,… | Ontferm U over mij, God,… | ||
Ut me ad te convertas, | Opdat Gij mij tot U bekeert, | ||
Ut peccata mea deleas, | Opdat Gij mijn zonden uitwist, | ||
Ut propter gratiam tuam me iustifices. | Opdat Gij mij omwille van Uw genade rechtvaardigt. | ||
Et secundum multam misericordiam tuam, | En overeenkomstig uw grote barmhartigheid, | ||
dimitte iniquitatem meam. | vergeef mij mijn ongerechtigheid. |
Pater Savonarola heeft ook een commentaar geschreven voor Psalm 50(51)
Indrukwekkend is de tekst, zo indrukwekkend dat zij razendsnel over Europa werd verspreid en voor vele bekeringen heeft gezorgd.
Commentaar op Psalm 50
Bron:
Savonarola de monnik op de brandstapel (Nuyens, 1953)
Savonarola in de Nederlanden (Jaspers,1998)
Hieronymus Savonarola (Schnitzer,1927)