Brieven

Waarom ben ik een Derde Ordeling?

Berchem, 7 Januari 1948.
Ik ben KarmelDerde Ordeling omdat ik het verlangen heb langs die weg, mijn ziel dichter bij God te brengen door bemiddeling van de Onbevlekte Maagd Maria, onze hemelse Moeder, door de gunst te bezitten haar Heilig Scapulier, het kleed verrijkt met de kostbaarste beloften te mogen dragen, dit kleed dat mij dagelijks vóór ogen doet houden, die grote waarheid dat wij kinderen Gods zijn en verlost werden door de vrucht van ons Heilig Doopsel.
Daardoor kan ik dieper streven naar de volmaaktheid in een leven van gebed, onthechting en ze1fverlochening.
Ook is het mij nu gemakkelijker getrouw te blijven aan mijn christelijke overtuiging, en te bidden voor de bekering van de zondaars, door liefde en lijden.
Het lijden beschouw ik nu als een genade die de ziel verrijkt, want alles is genade in het leven als men het kan benuttigen en er zelf de vreugde van ondervinden.
Dit apostolaat uit liefde voor God mee te delen aan anderen, met het verlangen zielen te winnen zoals de kleine Heilige Theresia het ons zo nederig heeft geleerd.
Onderdanig dank ik den Heer voor zoveel weldaden die de ziel sterken; één dag zonder communie is voor mij een verloren dag, vuriger tracht ik nu ook aanwezig te zijn in al de plechtigheden die gevierd worden in de kerken van de Orde, en in de maandelijkse vergaderingen die voor mij een bron en drang naar zaligheid zijn.
Om dit duurhaar zielevoedsel te behouden in deze moderne tijd, dat de mensen niet meer weten wat ze geworden zijn en dat alleen nog wat theoretisch christelijk leven overblijft, sluit ik mijn dagelijkse gebeden met « O Jezus, Maria, Jozef, H. Moeder Theresia, H Joannes van het Kruis, H. Vader Elias, Gods Lieve Engelen en Heiligen moge ik volharden in die deugd, alsook mijn medebroeders en Zusters », daarom ben ik Karmel Derde Ordeling geworden.
Zeer broederlijk blijf ik,
Z. E. Pater Prior, uw nederige dienaar.
Br, Jozef! der H. Maagd,